Dit is een dun plakje hout dat gebruikt wordt voor meubels, deuren, enz.
Detail: fineer in bewerking. Het fineer wordt door de machine in zeer dunne plaatjes van een bepaalde breedte gesneden. In de regel is de breedte van een enkele strook niet voldoende om het oppervlak te fineren. Daarom wordt het fineer gelijmd in platen van de juiste breedte ( foto ) of het wordt gelijmd op speciale machines voordat het wordt gebruikt. Zo krijg je een blad met de juiste lengte en breedte.
Afbeelding: PP 76 De Chinese tafel van PP Moebler, ontwerp Wegner Hans J.
Het woord komt van het Duitse span- chip, spaanplaat.
Het materiaal is een dunne plak hout, gebruikt voor het fineren van oppervlakken.
Er zijn drie soorten fineer:
- gezaagd ( tussen 1 en 12 mm ) verkregen door een stuk hout in kleine stukjes te zagen.
- Gesneden hout wordt gemaakt op werktuigmachines met speciale messen. Hiervoor gebruiken wij () alle soorten hardhout en naaldbomen, alsmede de aanwassen () van alle soorten jute. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de voor- ( rechter ) en achterkant ( linker ) zijden van geschaafd fineer. Het onderste deel is losser upper ( face )- strakker. Het geschaafde fineer wordt samengevoegd in ( Knolls ) stapels terwijl de platen worden gesneden, zodat het oppervlaktepatroon achteraf kan worden aangepast. De breedte van het fineer is in dit geval de breedte van het hout ( meestal tussen 60 en 120 mm met een sortering van 10 mm; dikte 0,4 1 mm met een sortering van 0,2 mm ).
- Fineer rond, spiraalvormig gesneden uit een draaiende, cilindrische staaf ( een korte houten stronk ) aanzienlijk breder dan de geschaafde. De volgende gangbare goedkope soorten worden hier gebruikt: berk, els, beuk, eik, es, linde, lariks, ceder. Het materiaal heeft een tangentiële textuur Langwerpige houten ringen. Als het hout gevlochten ( schuin ) is de nerf oorspronkelijk en onregelmatig.
Gebogen oppervlakken kunnen worden gefineerd met dunne fineerplaten.