Purdue Universiteit onderzoekers hebben een prototype kolibrie robot gemaakt. Het nieuwe model lijkt zo nauwkeurig mogelijk op het origineel, zowel wat zijn parameters betreft als zijn vermogen om verschillende trucs in de lucht uit te voeren.
Vogels zijn een inspiratiebron voor veel uitvinders als het gaat om vliegmachines. Experts proberen snelheid, wendbaarheid, in de lucht zwevende voorwerpen na te bootsen. Het meest in het oog springende exemplaar in deze zin was de kolibrie, een kleine vogel die op een bijzondere manier vliegt zoals geen enkel ander exemplaar. Veel ingenieurs hebben geprobeerd de geminiaturiseerde wilde dieren te kopiëren, maar de grootste moeilijkheid was de omvang – tot nu toe is niemand erin geslaagd alle noodzakelijke sensoren en microchips in zulke bescheiden parameters te passen. En nu, eindelijk, is er een prototype van een vliegende robot verschenen, die heel dicht bij het origineel staat…
De robot heeft een spanwijdte van 17 cm en weegt slechts 12 gram, wat overeenkomt met het werkelijke gewicht van de vogel. Het apparaat kan een lading tweemaal zijn eigen gewicht opheffen. De basis van het model werd geprint met behulp van 3D printtechnologie, terwijl de vleugels werden gemaakt van koolstofvezel en glinsterende membranen.
Een kunstvogel kan vliegen zoals een echte vogel… Wetenschappers hebben het gedrag van de kolibrie in het wild lange tijd bestudeerd, en hebben een lerend computermodel ontwikkeld waarmee de robot veel luchttrucs heeft kunnen leren. Momenteel is het model niet uitgeNederlandt met visuele sensoren, dat wil zeggen dat het “blind” door de ruimte navigeert op basis van informatie van infraroodsensoren. In de toekomst zijn de makers van plan de robot uit te Nederlandten met apparatuur voor visuele oriëntatie in de ruimte, wat de efficiëntie van het model zal vergroten en zijn gebruiksmogelijkheden zal uitbreiden.
Wat voor technologie wordt er gebruikt om de vliegende robot kolibrie trucs uit te laten voeren? Is het gebaseerd op biomimicry of zijn er andere innovatieve ontwikkelingen gebruikt? En zijn er plannen om deze technologie verder te ontwikkelen voor andere toepassingen?