Tangerine gewas thuis

Een citrustuin op een vensterbank – de nieuwe trend. Het wordt vertegenwoordigd door citroenen, sinaasappels en mandarijnen. Erwten zijn na citroenen het populairst… De mandarijn komt uit China. Daaraan dankt het zijn naam: de vruchten van de mandarijnboom of -struik waren beschikbaar voor de rijkste en meest adellijke inwoners van het land – mandarijnen. Een vertegenwoordiger van de tropische flora bereikt het Europese continent in de 16e-18e eeuw, volgens één versie., een andere in de 19e eeuw. Teelt in open lucht is alleen mogelijk in milde klimaatomstandigheden; in gematigde breedten decoreren mandarijnen kassen, loggia’s of vensterbanken.

Rassen- en zaadselectie

Naar onze mening is het beter om het zaad in gespecialiseerde winkels te kiezen. Hier vindt u cultivars die geschikt zijn voor gebruik binnenshuis. Ze zijn zeer beperkt in aantal:

Zaden worden gekozen zonder tekenen van ziekte. Ze mogen er niet uitgedroogd uitzien. Om ervoor te zorgen dat het verzekeringsfonds pakketten koopt met minimaal 5 zaden. Volgens een agronoom en consultant van SCARB-BIO, in een interview voor AGRONEWS, is het mogelijk om de zaden zelf te verkrijgen door Abchazische mandarijnen te kopen. De daaruit geteelde hooiplanten zijn beter bestand tegen ongunstige omstandigheden.

Het planten van

Om een gezonde en sterke plant te kweken die vruchten kan dragen, moet u eerst de juiste grond kiezen. Geschikt is een grondmengsel met een neutrale reactie (pH 6,5-7), dat u kunt kopen of zelf kunt maken. De tweede versie combineert humus, bladaarde en grof rivierzand in een verhouding van 2 : 2 : 1. Zorg ervoor dat u het substraat voor gebruik ontsmet door ziekteverwekkers, ongedierte en onkruidzaden te vernietigen. Ze worden ongeveer 20 minuten in een op 200°C voorverwarmde oven geplaatst.

Mandarijnzaden worden onmiddellijk gezaaid en de zaden die u koopt, moet u in vochtig gaas wikkelen en zachtjes laten weken tot de zaailingen ontkiemen.Volgorde van het zaaien:

1. Plaats drainage in de bodem van kweekbakken.

2. Bedek het met het substraat.

3. De zaden worden 4 cm diep neergelegd.

4. Dek af met glas.

5. Regelmatig verwijderen om te luchten en te hydrateren.

6. Verwijder het glazen deksel na het ontkiemen (na 15-30 dagen).

7. Zodra het derde echte blad is opgekomen, uitplanten in een geschiktere pot.

Uitplanten in een container met een grotere diameter. De bodemsamenstelling is iets anders. Het belangrijkste is om geen turf te gebruiken, want die bevat niet de voedingsstoffen die de mandarijn nodig heeft.Een geschikt substraat:

1. -Grond (3 delen) in zodengrond;

2. Ontbonden koeienmest (1 deel)

3. Zand (1 deel);

4. Blad(bos)grond (1 deel)

5. 2 tot 3 handenvol klei.

Tip van de dag!

De zaailingen groeien goed in tuinaarde gemengd met as en organische meststof.

Groeiomstandigheden

De mandarijn houdt van veel licht. Hoewel het lichtniveau hoog moet zijn, moet u de plant niet in de buurt van ramen op het zuiden plaatsen. Als het niet anders kan, moet het gewas in de zomermaanden ’s middags in de schaduw worden gezet. Plaats de pot bij voorkeur in de buurt van ramen op het oosten en westen. Om de kroon recht te houden, wordt de plant regelmatig gedraaid. Om de twee weken de pot 10-15° draaien. In de zomer kan de mandarijnboom in de frisse lucht worden gezet op een plaats die niet is blootgesteld aan neerslag en tocht.

Tijdens de actieve vegetatieperiode wordt de mandarijnboom gehouden bij een temperatuur tussen 20 en 25 °C. Zodra de bloei begint – meestal in het late voorjaar of de vroege zomer – mag de kwikmeter niet boven de aangegeven waarden stijgen, omdat de plant dan haar knoppen kan laten vallen. De citrusvruchten hebben een “schokbehandeling” nodig: in de winter wordt de temperatuur verlaagd tot 12-13 °C en wordt de bewatering stopgezet. Begin in het voorjaar en verhoog geleidelijk de temperatuur.

Mandarijn is een tropisch gewas. Mandarijnen houden van een hoge luchtvochtigheid en reageren goed op besproeiing. Tijdens het warme seizoen gebeurt dit tweemaal per dag, waarbij het druppelen op de bloemen, eierstok en vrucht wordt vermeden. Naar onze mening is een stationaire luchtbevochtiger een goed alternatief voor sproeien wanneer er geen tijd is.

Mandarijn enten

De mandarijn komt in zijn vruchtbare fase 4 tot 6 jaar na het uitlopen van de zaailingen. Maar de smaak en het aroma van de vruchten, geplukt van de uit zaad geteelde planten, zijn heel anders dan verwacht. Dit is te wijten aan het feit dat de zaadmethode voor vermeerdering niet toelaat de kwaliteiten van het moederviooltje te bewaren. Om de gewenste kenmerken te verkrijgen, worden de zaailingen geënt.

Dit moet gebeuren tijdens het kweekseizoen, wanneer de diameter van de stengel niet minder is dan de dikte van een potlood. Gebruik een scherpe, steriele snoeischaar.Volgorde van de operaties:

1. Op een hoogte van 5-10 cm van de bodem wordt een T-vormige insnijding gemaakt in de stam van de boom. De verticale is 3 cm lang, de horizontale 1 cm.

2. De schors wordt afgepeld en een afgesneden knop van de gekweekte mandarijn wordt erin gestoken.

3. Druk op de schors, behandel met tuinvernis en wikkel in met duct tape.

4. Bouw een minikas boven de plant.

Als het enten is gelukt, valt de bladsteel van de ent na 20 dagen af, anders wordt hij zwart. Een maand nadat de scheut is opgekomen, snoeit u de plant door een schuine snede te maken op 5 cm boven het entpunt. Verwijder het plakband en vernis de snede.

Hoe te verzorgen

Om de mandarijn te laten bloeien en vruchten te laten dragen, moet u hem regelmatig verzorgen. Alle procedures moeten in overeenstemming met de voorschriften worden uitgevoerd, aangezien overtredingen kunnen leiden tot ziekte of zelfs overlijden van de plant.

Bewatering

Mandarijn groeit goed in matig vochtige grond. Naar onze mening moeten zowel te natte als te droge grond worden vermeden. Om te bepalen of water geven nodig is, neemt u wat grond; als die los is, is de grond droog en moet hij worden bevochtigd. Geef de tropische vruchten water met kraanwater op kamertemperatuur. Het mag geen chloor of andere onzuiverheden bevatten.

Verpotten

Jonge planten ontwikkelen zich snel en nemen wortel en vegetatieve massa. Ze worden jaarlijks in het voorjaar verplant in een nieuwe, grotere container. Gedurende het hele seizoen moeten de wortels de volledige ruimte innemen, zodat het substraat niet dichtslibt. Wanneer de plant 4-5 jaar oud is, wordt de interval verlengd (2-3 jaar), aangezien de ontwikkeling niet meer zo intensief is. Om het substraat te vernieuwen volstaat het de bovengrond jaarlijks te verwijderen en te vernieuwen.

Bemesting

Omdat jonge planten regelmatig moeten worden verplant, hoeven ze niet te worden bemest. De uitzondering is het gebruik van arme grond of wanneer de fytosanitaire omstandigheden zijn verslechterd. Om de vruchtbaarheid van het substraat te verbeteren en de sterkte na de ziekte te herstellen, worden complexe meststoffen gebruikt die rijk zijn aan macro- en micronutriënten.

Bemest de volwassen exemplaren tijdens het groeiseizoen.De keuze van de meststof hangt af van het ontwikkelingsstadium van de plant:

1. Na intensieve groei wordt de voorkeur gegeven aan stikstofhoudende producten. Tot de minerale meststoffen behoort ureum, terwijl organische meststoffen zoals infusie van cowpea goede resultaten opleveren. Verdun het concentraat vóór gebruik in water in een verhouding van 1 : 10.

2. Pas een fosfaat-kaliumcomplex toe tijdens de bloei en de vruchtzetting. Minerale meststoffen omvatten NPK en organische meststoffen omvatten houtas.

Als de plant om welke reden dan ook na het begin van de actieve vegetatie moet worden verplant, moet ten minste 3 dagen van tevoren worden bemest. Hervat de bemesting na 14 dagen, zodra de citrusvruchten uit de stress zijn. In het algemeen bedraagt het interval tussen twee toepassingen tijdens het seizoen 2 weken.

Kroonvorming

Citrusbomen hebben vruchtdragende scheuten – takken van orde 4-5. Kroonvorming is dus een essentiële teeltmaatregel als vruchtvorming het doel is. Het duurt 3 tot 4 jaar. Wanneer het jonge boompje een hoogte van 30-40 cm bereikt, wordt de eerste snoeibeurt uitgevoerd. Als gevolg daarvan begint de eerste orde van zijscheuten zich te ontwikkelen.

Zodra de plant 15 cm groot is, wordt hij herhaaldelijk gesnoeid. Er moeten ten minste 4 bladen op het centrale draaipunt blijven. Een scheut zal uit elke scheut ontspruiten. Dan worden 3 sterke takken geplukt en de rest verwijderd. Zodra ze ongeveer 15 cm groot zijn, worden ze gesnoeid. Zodra de kroon is gevormd, worden ze gesnoeid met het oog op hygiëne door zieke, gebarsten of misvormde scheuten te verwijderen.

Mogelijke ziekten en plagen

Een hogere vochtigheidsgraad in de ruimte waar de mandarijnen worden gehouden, is een doeltreffende preventieve maatregel om te voorkomen dat ongedierte de scheuten aantast. De verspreiding van ongedierte kan echter het gevolg zijn van het plaatsen van een door ongedierte aangetaste bloem naast de bloem die u net hebt gekocht. Veel voorkomende insecten op mandarijnen:

1. Spint.Insectenactiviteit wordt aangegeven door fijne spinnenwebben en lichte vlekken op de onderkant van de bladeren. In het beginstadium van de aantasting kan het helpen om de plant af te spoelen met warm water en wasmiddel. Bij talrijke kolonies wordt de boom bespoten met insecticide, en na 10 dagen wordt de procedure herhaald.

2. Bladluizen. Bladluizen worden veroorzaakt door een kleverige laag op de scheuten die geleidelijk beginnen te verschrompelen. Het insect wordt op dezelfde manier behandeld als de mijt, afhankelijk van de mate van aantasting.

Wortelrot is een van de meest voorkomende ziekten. Het ontstaat bij overmatig water geven en moet tijdig worden behandeld. Zonder dat begint het onderste deel van de stam zacht te worden en sterft de plant af. Om het te genezen moet het, afgezien van de fungicide, eerst worden verplant in een vers substraat en moeten de zieke delen van de wortels worden verwijderd.

Mandarijnenbomen vormen een mooie interieurdecoratie. En met de juiste zorg draagt hij regelmatig geurige vruchten die doen denken aan een nieuwjaarswonder.

Bronnen: Dadykin: “De citrustuin in de kamer”,

Samsonova L. .: “Citroenen, sinaasappels, mandarijnen en hun geneeskrachtige eigenschappen”,

Vorontsov V. .: Citrusplanten in huis